Logo Free Spirits Film

Verslagen / IDFA 2012: VAN KOSSAKOVSKY NAAR DE ZEE DIE DENKT

IDFA 2012

                      

Het was weer een boeiend festival dit jaar. Zes films en een masterclass van Victor Kossakovsky was mijn oogst. Over die masterclass schreef ik een blog voor www. cineville.nl

Totaal uiteenlopende documentaires van het melancholieke en trieste BELOVY van Kossakovsky over een oude boeren vrouw, die met haar altijd dronken broer in een vervallen huis leeft in the ‘middle of nowhere. ’De eind scène is prachtig, de oude vrouw danst en zingt een lied, zij lacht door haar tranen heen, terwijl haar broer laveloos onder tafel ligt. Deze met rijke verbeelding gedraaide sfeervolle zwart wit film betekende de doorbraak van Kossakovsky in 1993 met de Joris Ivens prijs. Teleurstellend was de film BERLIN DIARY van Rosemarie Blank. Een tamelijk saai en oppervlakkig portret van allochtonen in Berlijn. De film speelt zich bijna geheel ondergronds af, in metro stations, snackbars en winkels en het is jammer dat we, ondanks de titel, nauwelijks iets van Berlijn te zien krijgen. Hij zou overal gedraaid kunnen zijn.

Veel boeiender, persoonlijker en ook wat beeld betreft vindingrijker gemaakt is MAP van de Spaanse regisseur Leon Siminiani . Zijn liefde is uit, daarom zegt hij zijn baan en flat in Madrid op en gaat op reis naar India. Daar voelt hij zich een imperialist als hij probeert om alle drukte en wir war om zich heen te vergeten en zich focust op het filmen van gebouwen, veelal gebouwd door de British Empire in de koloniale tijd. De film gaat over het creatieve proces, Siminiani voert regelmatig ‘the Other’ op, zijn alter ego, die hem bekritiseert en becommentarieert.

UNDERDOGS

Een heel energieke film, razendsnel gemonteerd is LONDON, THE MODERN BABYLON van de Brit Julien Temple bekend van Absolute Beginners. Temple schets een portret van een Victoriaanse stad diep geworteld in traditie, die de laatste decennia is veranderd in een smeltkroes van allerlei culturen. Het is een chronologische pot porie van fragmenten met oude paarden koetsen uit de twintiger jaren, tot fraaie beelden van de moderne wolkenkrabbers in de city, de Millenium Dome en London Eye, het reuzenrad. Met heel veel pop muziek, o.a the Clash, Bowie, the Stones en the Sex Pistols. Temple interviewt een oude vrouw van 105, Londenaren uit de upper-class en ook van de straat, politici, rappers, Jamaicaanse, Indiaanse, zwarte. De cult regisseur heeft een duidelijke voorkeur en sympathie voor de onderdrukten en de underdogs. De film is boordevol en golft over je heen, van de eerste tot de laatste seconde en dat is direct ook het nadeel. Iets meer rust momenten zou de film nog beter hebben gemaakt.

OVERDONDEREND

Een eveneens overdonderende documentaire is LEVIATHAN van filmmakers Lucien Castaing Taylor en Veréna Paravel van de Harvard University Sensory Ethnography Lab. Over een in direct cinema (geen commentaar, geen interviews, geen muziek) stijl gedraaide nacht op een grote vissersboot in een ruige Noord-Atlantische oceaan. Gefilmd met meerdere kleine digitale camera’s, vastgemaakt op de bemanningsleden, op en rond de netten en hangend buitenboord. Resultaat is een zowel rauw maar ook poëtische beeld van hoe het er op zo’n trawler echt aan toegaat. Een abattoir op zee. De volle netten worden met grote kranen opgehesen en allerlei soorten vissen worden levend gevild en in bakken gedaan. Grote roggen worden met grote messen door midden gekliefd door getatoeëerde mannen met een peuk tussen de lippen. De vloer van het onderdek kleurt rood van het bloed. Alles van heel dichtbij gefilmd: spartelende vissen met uitpuilende ogen, je zou na het zien van deze beelden geen vis meer durven eten. Ook zijn er betoverende beelden van witte meeuwen jagend op de visresten onder de lampen van de boot. De film begint abstract met flarden van de zee, de lucht, de boot en een horizon die scheef staat, wordt dan ultra-realistisch om weer abstract te eindigen.

MEESTERWERK

Het onbetwiste hoogtepunt van dit IDFA is de documentaire DE ZEE DIE DENKT van Gert de Graaff, 1957( foto) gemaakt in 2000 en winnaar van de Joris Ivens award. Een hyper originele film, documentaire en fictie tegelijkertijd, over een scenario schrijver op zoek naar de vraag wat echt is en wat niet. Het begint met een observatie in de tram, iedereen heeft het maar over ik zus en ik zo, merkt de schrijver op. Dat brengt de filmmaker op de vraag wat is dat ik nu eigenlijk, of is het ik alleen maar een gedachte. De man wordt het hoofdpersonage in zijn eigen film, hij doet wat hij typt en hij typt wat hij doet. De films die opkomen bij mij zijn Otto e Mezzo van Fellini en Being Jonh Malkovich van Spike Jonze. De schrijver probeert zich te ontdoen van zijn ego, maar hoe kun je dan leven? Hij schrijft vanuit zijn huis, terwijl zijn vrouw op vakantie is , de baby slaapt of moet eten en de drie katten spelen. Al die huiselijke taferelen zijn met een grote tederheid gefilmd. Afgewisseld met rake beelden van thee blaadjes in een glas, surrealistische objecten in huis en de wind buiten op het strand en de reflectie van de zon op de muur. Op het eind komt zijn vrouw na twee maanden thuis en is boos op hem dat hij haar niet is komen afhalen op Schiphol. De schrijver zegt dat hij tot over zijn oren in het scenario zat. De gewone wereld bestaat dan even niet. Erg herkenbaar voor alle creatievelingen! Gert de Graaff werkte acht jaar aan dit meesterwerk en ik kijk reikhalzend uit naar zijn nieuwe film!

Jaap Mees